27 okt 2016
Pink Ribbon en KWF Kankerbestrijding bundelen krachten
De stichtingen Pink Ribbon en KWF Kankerbestrijding voegen vanaf vandaag de bedrijfsvoering samen met als doel een substantiële groei van inkomsten te realiseren voor borstkankeronderzoek. Het merk en de identiteit van Pink Ribbon blijven in deze samenwerking behouden.Samen nog meer bereiken
Door het combineren van kennis en een aantal organisatieactiviteiten te integreren, zoals de beoordeling van wetenschappelijk onderzoek en aanvragen voor projecten maar ook huisvesting en inzet van leveranciers etc. ontstaan er meer mogelijkheden om te investeren in fondsenwervende activiteiten. Marc Albert, directeur Pink Ribbon vindt het een belangrijke stap voor fondsenwerving: “KWF is door haar expertise en omvang de meest logische samenwerkingspartner om de inkomsten te maximaliseren en daarmee meer te kunnen betekenenvoor mensen met borstkanker.”
Zelfstandig merk
Pink Ribbon blijft een zelfstandig merk binnen de KWF organisatie. Dat betekent onder andere dat er geen veranderingen zullen zijn in de relatie van Pink Ribbon met haar ambassadeurs, de vrijwilligersorganisatie en haar donateurs. Alle opbrengsten van de fondsenwerving door Pink Ribbon (incl. opbrengsten uit het verleden) gaan naar wetenschappelijk onderzoek en projecten op het gebied van borstkanker. De beoordeling van aanvragen voor financiering van borstkankeronderzoek vindt voortaan plaats binnen de beoordelingsstructuur van KWF. De onderzoeken worden beoordeeld op kwaliteit, relevantie en haalbaarheid. De nadruk ligt op de resultaten voor de patiënt. Binnen dit systeem hebben zowel nationale als internationale referenten een stem, en dit geldt ook voor (ex-) kankerpatiënten.KWF-directeur, Michel Rudolphie: “KWF verheugt zich op de komst van Pink Ribbon. De toegevoegde waarde van deze krachtenbundeling is voor beide organisaties groot. KWF zal haar kennis, middelen en infrastructuur inzetten om het merk Pink Ribbon te ondersteunen en krachtiger te maken in het belang van mensen met borstkanker.”